Stedenbouwkundig plan van wereldformaat

De grachtengordel is zonder twijfel het meest tot de verbeelding sprekende gedeelte van de Amsterdamse binnenstad. Wie grachtengordel zegt, denkt waarschijnlijk aan de drie grachten die zo gemakkelijk in alfabetische en topografische volgorde te noemen zijn: Herengracht, Keizersgrachten en Prinsengracht. Maar feitelijk horen ook de Nieuwe Heren-, Kiezers- en Prinsengracht, het Singel en de zeven dwarsgrachten erbij. Het hele gebied beslaat ruim 198 hectare, de totale lengte van de grachten meet 14 kilometer en er liggen maar liefst 80 bruggen. Sinds 2010 heeft de grachtengordel een plaats op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

De Gouden Eeuw

Rond 1600 brak voor Nederland een periode aan van ongekende economische en culturele welvaart. Na de val van Antwerpen in 1585, nam Amsterdam het stokje van deze stad over als belangrijke internationale handelsmetropool. De stad werkte als een magneet op mensen uit alle windstreken. Met deze impuls van mensen en kapitaal begon voor Amsterdam de Gouden Eeuw. Door de explosieve bevolkingsgroei barstte de stad uit haar voegen. Een rigoureuze uitbreiding was noodzakelijk. Begin zeventiende eeuw begon het stadsbestuur daarom aan een gigantische stadsvergroting, waarvan de grachtengordel een onderdeel was. De grachtengordel werd in twee fases om het oude centrum gelegd. Met het eerste deel, het gebied van het IJ tot aan de huidige Leidsegracht, werd in 1613 gestart. Vanaf 1663 startte men met het tweede deel, vanaf de Leidsegracht richting de Oostelijke Eilanden. De twee uitbreidingen maakten de stad vijf keer zo groot.

 

Burgerinitiatief

Het zeventiende-eeuwse burgerbestuur speelde een cruciale rol in het ontwerp en de realisatie van de grachtengordel. In de meeste Europese landen maakten autoritaire monarchieën de dienst uit en kwamen dergelijke grootste plannen van stadsuitbreiding niet van de grond. Maar het Amsterdamse bestuur werkte nauw samen met ondernemende en welvarende stedelingen. Sterker nog, het stadsbestuur bestond voornamelijk uit welgestelde kooplieden. Een jaar voor de aanleg van de Grachtengordel was 20 kilometer ten noorden van de stad het onstuimige Beemstermeer drooggemalen. Dit ambitieuze project werd voor een heel groot deel gefinancierd met privaat geld van diezelfde kooplieden uit Amsterdam. De initiatiefnemers van De Beemster waren zo op twee fronten actief. Men kocht kavels aan de nieuwe grachten van Amsterdam én percelen grond in Droogmakerij de Beemster. In eerste instantie was De Beemster aangelegd als agrarisch landschap, maar al spoedig zagen de kooplieden de geometrisch aangelegde polder als ideale plek voor hun zomerse buitenverblijf. Zij verruilden elke zomer hun drukke stadse leven aan de gracht voor een idyllisch buitenleven in De Beemster.

Zo op het oog lijken de drie Werelderfgoederen in en rondom Amsterdam heel verschillend van elkaar. Toch hebben zij veel gemeen. Wie de drie UNESCO Werelderfgoederen in de regio Amsterdam bezoekt, ontdekt de bouwstenen van Nederland. Of men nu fietst door een oneindige bomenlaan in De Beemster, een rondvaart over de Amsterdamse grachten maakt of door de open, groene schootsvelden van de Stelling van Amsterdam wandelt, steeds beleef je hetzelfde, grote verhaal: hoe Hollanders door de eeuwen heen in staat zijn geweest om het water en de natuurlijke omgeving naar hun hand te zetten. Erfgoed van wereldformaat.

 
Meer weten? Bezoek de website van Amsterdam